De Spiegel in de Kunst

Door Rebecca Nelemans

De Spiegel is symbool van Prudentia (wijsheid) en waarheid. Al wordt de spiegel in haar handen ook wel een vergrootglas. De smetteloze spiegel is het symbool voor de onbevlekte Maagd Maria.


In het oosten (China en Japan) werd algemeen geloofd dat een spiegel magische eigenschappen had. In een spiegel zou men een glimp van de waarheid kunnen waarnemen en een blik werpen op de eigen ziel. Het wendde het kwaad af in dit en het volgende leven (dus het werd meegegeven in het graf).

IJdelheid en lust
Maar de spiegel is natuurlijk eerste en vooral een attribuut bij het maken van het toilet. Zo verbeeldde Jan van Ecyk het in een verloren gegaan paneel. Olivier de la Marche, die in zijn ‘Le triumph des dames’ uitgebreid commentaar gaf op de verschillende kledingstukken, accessoires en toiletartikelen, eindigt met de spiegel als het belangrijkste attribuut. Immers in de spiegel kan het resultaat gecontroleerd en eventueel nog gecorrigeerd worden.
Van symbool voor uiterlijkheden werd de spiegel ook symbool van de ondeugden Trots, IJdelheid en Lust. Zo wordt Venus, godin van de schoonheid en de liefde, door menig schilder verbeeld terwijl zij zichzelf in een spiegel bewondert. En in een enkele moralistische prent wordt de spiegel een instrument in handen van de duivel die daarmee zijn slachtoffers tot ijdelheden verleidt.
Tegenover al die ondeugden is er ook de spiegel als een instrument van de rede; het verstand dat mensen waarschuwt voor al te grote gehechtheid aan aardse schoonheid en ze eraan herinnert dat ze sterfelijk zijn.

De spiegel wordt zo gelijktijdig symbool van het kwaad en ‘memento-mori’ symbool. Ze dient niet alleen om het uiterlijk te controleren, maar ook om de status van het innerlijk toilet te onderhouden, een spiegel dient tot introspectie.

De Spiegel wordt daardoor toiletartikel, waarschuwing en meditatievoorwerp in één.

Reflectie
Een oud voorbeeld van reflectie is het verhaal van Narcissus: werd verliefd op reflectie van zichzelf in het water. Dit verhaal gaat natuurlijk over uiterlijke schoonheid, maar het is ook een toespeling op het innerlijk: Voor het eerst is er sprake van oog-in-oog staan met zichzelf, bewustzijn van identiteit, een zelfbeeld.

Plato vergeleek de spiegeling van Narcissus met de Schilderkunst: allebei waren ze volgens hem vals en bedrieglijk. In de 17e eeuw werd het verwijt van Plato tot een kwaliteit verheven, en werd Narcissus een protagonist voor de schilderkunst. Sint Lucas, de patroonheilige van de schilders wordt vaak afgebeeld met een spiegel, bijvoorbeeld als hij zichzelf portretteert.

In de kunst
Onzichtbaar, maar toch het duidelijkst aanwezig is de spiegel misschien wel in het zelfportret van de kunstenaar. We krijgen als beschouwer eigenlijk niet de kunstenaar te zien, maar zijn reflectie in de spiegel.

Een spiegel wordt in de schilderkunst gebruikt om ruimtelijkheid weer te geven. Door middel van spiegelende oppervlakken kon de schilder op virtuoze wijze een visueel experiment met ruimte en materialen tonen.
Maar ook de ruimte buiten het schilderij, buiten de afbeelding kan een rol gaan spelen in reflectie van objecten ín de geschilderde ruimte.
Metsys, Van Eyck en Velasquez zijn wellicht de beroemdste voorbeelden van kunstenaars die de kijker op deze wijze een actieve rol gaf in het geschilderde beeld. Bij ‘Las Meninas, 1656’ bijvoorbeeld zien wij koning Philips IV en zijn vrouw Mariniana, die model staan voor het schilderij in een spiegel in het doek. Door die weerspiegeling bevinden wij ons tussen de modellen, staan we op de plaats van de geportretteerde enworden zo deel van het werk.
De geschilderde ruimte wordt daarmee doorbroken.

Dit fenomeen wordt in de moderne kunst feitelijk toegepast door het gebruik van echte spiegels in een kunstwerk. De spiegel betrekt de omgeving, en dus ook de mensen daarin, bij het werk.

Het werk van de Bredase kunstenaar Loek Grootjans lijkt in het verlengde te liggen van deze traditie van het gebruik van spiegels. In zijn werk betrekken de spiegels ons echter niet bij het werk, ze sluiten ons juist buiten. Het geschilderde doek en de spiegel zijn volledig op elkaar gericht en vormen zo een beeld van introspectie en bezinning.

IJdelheid, trots, ratio, ruimte, interactie, introspectie, meditatie, … enkele aspecten van de spiegel.
We zien ze terug in Tarkovsky ’s Zerkalo of ‘Spiegel’, een film waarin de regisseur terugblikt op zijn jeugd, en we zien ze in het Spiegelhol.

De zuivere beleving van de spiegel in al die aspecten in het isolement van een bol/hol, moet een totaalervaring zijn. Iets om naar te blijven streven.

http://www.rebeccanelemans.nl/